De zaak heeft een lange geschiedenis. Sinds 2018 streeft Radboudumc er naar de arbeidsovereenkomst met de specialist beëindigd te krijgen. De reden was dat de specialist een tijd niet deugdelijk geregistreerd was als internist. Daarnaast had Radboudumc meerdere klachten over haar vakinhoudelijk functioneren ontvangen, van een huisarts en van patiënten.
Eerdere verzoeken afgewezen
De eerdere verzoeken van Radboudumc om de arbeidsovereenkomst te ontbinden zijn in 3 procedures, te weten door de rechtbank Gelderland, het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en de Hoge Raad afgewezen. In die uitspraken is geoordeeld dat het disfunctioneren niet voldoende vaststond en dat de specialist - als van disfunctioneren wel sprake was - de kans moest krijgen haar functioneren te verbeteren. Omdat Radboudumc de specialist niet aan het werk liet gaan, startte de specialist vorig jaar een kortgedingprocedure. Radboudumc werd toen veroordeeld de specialist - onder voorwaarden waaronder supervisie - aan het werk te laten gaan. Tot werkhervatting kwam het niet. Partijen bereikten afgelopen jaar geen overeenstemming over de invulling van de werkhervatting, de supervisie en wijze van beoordeling.
Relatie ernstig verstoord en onwerkbaar
Omdat de relatie tussen partijen inmiddels ernstig verstoord en onwerkbaar is, ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst nu op verzoek van Radboudumc. Radboudumc is veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding omdat Radboudumc door de wijze waarop zij met de specialist is omgegaan en zij niet adequaat heeft meegewerkt om werkhervatting te realiseren. Terugkeer is de specialist, ondanks meerdere uitspraken, feitelijk onmogelijk gemaakt.
Of in de tuchtzaken die nog lopen bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ooit komt vast te staan dat de specialist wel (grote) fouten heeft gemaakt moet worden afgewacht. Omdat dat niet vaststaat, kan de kantonrechter op de uitkomsten van die procedures niet vooruitlopen.