NIJMEGEN - In de regio Gelderland-Zuid zijn er 1.357 dak- en thuisloze mensen. Daarvan zijn er 160 jonger dan 18 jaar. Dat blijkt uit het onderzoek van de Hogeschool Utrecht en het Kansfonds. Het onderzoek naar het aantal dak- en thuisloze mensen is gedaan in alle gemeenten in de regio Gelderland-Zuid. In totaal werkten 84 organisaties mee aan het onderzoek.
Resultaten
Bij dak- en thuisloze mensen komt vaak het beeld naar voren van mensen die op straat leven. Uit de resultaten van het onderzoek valt op dat het grootste deel van het totaal aantal dak- en thuisloze mensen zijn die bij familie, vrienden of derden verblijven (33%), of in ‘niet-conventionele woonruimtes’ zoals in een vakantiewoning, op een camping of in een auto (22%). Veel minder personen werden geteld in de openbare ruimte (8%) of in de maatschappelijke opvang (19%). Dit is volgens het onderzoek ook zichtbaar in andere regio’s die meededen aan dit onderzoek waaronder de steden Leiden, Breda en Tilburg. Ook in deze steden verbleven de meeste mensen bij familie en vrienden. “Het is een zorgelijke situatie, maar het is wel in lijn met de verwachting” – aldus wethouder Grete Visser van gemeente Nijmegen. “Iedere persoon die we tellen is er één te veel, maar we moeten ook realistisch zijn. De woningnood in onze regio is zó hoog dat het niet anders kan dan dat dit zich vertaalt naar deze onderzoeksresultaten.”
Op de vraag of dit nou het daadwerkelijke aantal dak- en thuisloze personen is, wordt voorzichtig gereageerd door de onderzoekers. Sommige groepen zijn moeilijk in beeld te brengen door instanties, zoals personen die permanent verblijven op een camping of vakantiepark, en ook arbeidsmigranten blijven veelal onder de radar.
Volgende stap
Net als de andere EU-landen heeft Nederland het Verdrag van Lissabon getekend waarin staat dat er in 2030 geen onvrijwillige dak- en thuisloosheid meer is. Dit telonderzoek brengt in kaart hoe groot het maatschappelijke vraagstuk van dak- en thuisloosheid is in de regio Gelderland-Zuid. Het vormt het uitgangspunt voor onderzoek naar de vraag of de bestaande zorg, hulp en opvang aansluit bij de behoeften van dak- en thuislozen, of dat er meer of andere oplossingen nodig zijn. Dat gaan de regiogemeenten samen met een regionale aanpak onderzoeken.
Andere manier om dak- en thuisloze mensen in beeld te krijgen
Het onderzoek richt zich uitdrukkelijk niet alleen op de ‘herkenbare groep’ dak- en thuisloze mensen, de mensen die verblijven in de openbare ruimte of in de maatschappelijke opvang. De definitie van dit onderzoek is veel breder. Het onderzoek richt zich ook op mensen die verblijven in een bungalow of stacaravan, zogenoemde niet conventionele woonruimten. Maar ook naar personen die verblijven bij vrienden, familie of derden. Deze personen werden eerder niet gerekend tot de groep van dak- en thuisloze mensen, maar vallen hier feitelijk wel onder als zij geen alternatief hebben. Deze manier van tellen is vernieuwend, omdat het een breder beeld van de groep dak- en thuislozen geeft.