Op 4 mei 2024 gingen de twee 17-jarige jongens met een bivakmuts op het hoofd en gewapend met een mes naar de bakkerij. In de bakkerij waren vader en dochter aanwezig. De jongens hielden een mes in de richting van de vader en riepen om geld. De dochter had zich verstopt in de bakkerij. Even later renden de jongens zonder buit naar buiten. De jongens zijn door omstanders achtervolgd en niet veel later door de politie aangehouden. De 18-jarige jongen is de dag erna ook aangehouden.
Plan beraamd
De 18-jarige jongen bedacht een week eerder het plan voor een overval. Hij koos de bakkerij als doelwit. Als oud-werknemer kon hij zijn mededaders informeren over de toegang tot de bakkerij, het aanwezige personeel en de plek waar het geld te vinden zou zijn. Hij had extra kleding bij zich zodat de mededaders zich na de overval konden omkleden. Hij volgde de overval op afstand. De jongens bekenden de overval te hebben gepleegd.
Advies deskundigen
De jongens zaten allemaal in voorarrest. De tijd die zij in voorarrest doorbrachten loopt erg uiteen. Dat komt door de leeftijd en de persoonlijke situatie van de jongens.
De deskundigen adviseerden de jongens niet terug te sturen naar de jeugdgevangenis. De rechtbank neemt deze adviezen over. Alle drie de jongens zaten in een moeilijke periode van hun leven. De overval markeert een keerpunt in hun leven. Zij werken alle drie hard om iets van hun leven te maken. De deskundigen adviseerden een (deels) voorwaardelijke straf. Op die manier kunnen de jongens hulp krijgen bij hun ontwikkeling en onder begeleiding doorgaan op de positieve weg die zij zijn ingeslagen.
Straffen gelijk aan eis
De rechtbank legt straffen op die gelijk zijn aan de eis van de officier van justitie. De 17-jarige jongen uit Arnhem zat twee dagen in voorarrest. De rechtbank legt hem een jeugddetentie op van 92 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk. Daarbij moet hij een werkstraf uitvoeren van 160 uur. Als bijzondere voorwaarden moet de jongen meewerken aan behandeling en diagnostiek en meewerken aan een positieve dagbesteding. Hierbij geldt een proeftijd van 2 jaar.
De 17-jarige jongen uit de gemeente Heumen zat 27 dagen in voorarrest. De rechtbank legt hem een jeugddetentie op van 117 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk. Ook moet hij een werkstraf van 150 uur verrichten. Als bijzondere voorwaarden moet de jongen meewerken aan een persoonlijkheidsonderzoek en behandeling. Verder moet hij meewerken aan een positieve dag- en vrijetijdsbesteding. Hierbij geldt een proeftijd van 2 jaar.
De 18-jarige jongen zat 179 dagen in voorarrest. De rechtbank legt hem een jeugddetentie op gelijk aan het voorarrest. Daarnaast legt de rechtbank een voorwaardelijke werkstraf op van 160 uur. Als bijzondere voorwaarden moet de jongen meewerken aan behandeling, verblijven in een instelling voor beschermd wonen en meewerken aan een positieve dagbesteding. Ook geldt voor hem een contactverbod met de slachtoffers en een locatieverbod voor Groesbeek. Voor zijn voorwaardelijke strafdeel geldt een proeftijd van 2 jaar.
Schadevergoeding
Tot slot moeten de jongens schadevergoedingen betalen aan de eigenaren van de bakkerij van in totaal ongeveer 2.900 euro. Dit bedrag wordt over de drie jongens verdeeld.