NIJMEGEN - Op de kruising van de Paul Krugerstraat en de Dennenstraat in Nijmegen wordt in de nacht van 8 op 9 maart rond twee uur dit jaar een overstekende fietser aangereden door een auto die veel te hard door een rood stoplicht rijdt. Het slachtoffer overleeft dat niet. De bestuurder van het voertuig rijdt vervolgens door, maar dezelfde dag nog wordt een 28-jarige Nijmegenaar aangehouden als verdachte. Hij zit sindsdien vast in voorlopige hechtenis.


Volgens het Openbaar Ministerie is deze verdachte degene die achter het stuur zat. Hij was, zo blijkt uit onderzoek, onder invloed van alcohol, had een veel te hoge snelheid en negeerde ook nog eens een rood stoplicht op het moment van de botsing. Het OM eist een gevangenisstraf van 3,5 jaar voor zijn roekeloze rijgedrag. Daarnaast moet hij, als het aan het OM ligt, zijn rijbewijs voor vijf jaar inleveren.

Het OM rekent het de verdachte zwaar aan dat hij eerder is betrapt op het rijden onder invloed en dat hij de gehele rit die nacht grofweg twee keer de maximale toegestane snelheid aanhield. “Hij vermindert ook geen vaart voor het rode licht op het kruispunt, omdat hij, zo verklaart hij bij de politie, denkt dat het wel op tijd groen zal worden.” Ook het verlaten van de plaats van het ongeval en het rijden onder invloed neemt het OM mee in de strafeis.

De officier van justitie vandaag voor de rechtbank in Arnhem tijdens de motivering van de strafeis: “Het mag duidelijk zijn dat er niet anders kan worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur, als ook een langdurige rijontzegging.”

Door zijn handelen veroorzaakte de verdachte onpeilbaar veel verdriet bij de nabestaanden. “De man is abrupt uit het leven gerukt, hij laat een weduwe en twee jonge kinderen achter. Hun vader zal er nooit meer bij zijn. Niet op hun verjaardagen, niet als zij afstuderen, niet als zij ooit gaan trouwen. De ouders van het slachtoffer, beiden hier vandaag tijdens de zitting aanwezig, is het ergste overkomen wat een ouder kan overkomen: hun enige zoon is dood.”

De juridische vraag die de officier van justitie vandaag op zitting aan de rechtbank voorlegde, is of hier sprake is van schuld of van opzet: “Alles overziend vind ik dat hier nét geen sprake is van opzet. Er is mijns inziens sprake van de hoogste schuldgradatie die we kennen, namelijk roekeloosheid, zoals te vinden in artikel 6 van de Wegenverkeerswet. Dat is het allerlaatste station dat we passeren voordat we bij opzet komen. Overigens wil ik daarbij gezegd hebben dat deze juridische haarkloverij weinig betekenis heeft voor de nabestaanden: zij zijn hun dierbare verloren en er is niets dat daar verandering in brengt.”