Op 10 december leidde een verkeersruzie tot een vechtpartij in het winkelcentrum Hatert in Nijmegen. De twee ruziënde partijen bestonden ieder uit drie personen. De 32-jarige man wordt op enig moment ten val gebracht en geschopt en geslagen. Het gevecht lijkt dan te eindigen, de strijdende partijen roepen zelf ook dat ‘het klaar is’. Maar meteen daarna pakt de 32-jarige man een mes uit een auto, zoekt zijn belagers weer op en steekt op alle drie in. De Nijmegenaar wordt dodelijk geraakt met het mes. Het tweede slachtoffer loopt letsel aan zijn rug op, de derde blijft ongedeerd.
Centraal in deze strafzaak staat de vraag of de verdachte zich kan beroepen op noodweer, of noodweer exces. Bij noodweer is sprake van een noodzakelijke verdediging. Bij noodweer exces worden de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschreden, maar wordt dit veroorzaakt door een hevige gemoedstoestand.
Volgens de officier van justitie zou van noodweer sprake kunnen zijn op het moment dat de verdachte op de grond lag en geschopt en geslagen werd. Maar die situatie is gestopt, waarna de verdachte zelf besloot om een mes uit de auto te gaan pakken. Daarmee is de verdachte zelf een nieuwe ronde van escalatie gestart, aldus de officier van justitie. ‘’Hij had kunnen beslissen weg te gaan, hulp in te roepen – er waren mensen genoeg - of de politie te bellen. Dat doet hij niet.’’
Weliswaar hadden de latere slachtoffers zich bewapend met bakstenen en een stok, maar dit was juist een reactie op het feit dat ze achterna werden gezeten door de verdachte met het mes. De verdachte kan ook geen beroep doen op noodweer exces: ‘’Hier is niet zozeer sprake van een hevige gemoedstoestand, maar juist van een min of meer rationele afweging. De drie mogen er niet mee wegkomen! Er moet er één gepakt worden en de politie zou te laat komen. Het is een overweging van krenking van het ego, eigenrichting en wraak’’ aldus de officier van justitie.
Voorbedachte raad en dus moord kan niet bewezen worden, aldus de officier. Wel is er sprake van doodslag ten aanzien van de Nijmegenaar. Het in de rug steken van het tweede slachtoffer wordt door het OM gezien als een poging doodslag en tot slot wordt de man ook openlijke geweldpleging ten laste gelegd.
De verdachte heeft op 10 december het slachtoffer zijn toekomst ontnomen en de nabestaanden veel verdriet aangedaan. Bovendien vond het heftige geweld plaats in een winkelcentrum, waardoor bij de omstanders gevoelens van onveiligheid ontstonden. Alles afwegende vindt de officier van justitie een gevangenisstraf van twaalf jaar passend.