NIJMEGEN - ‘De verdachte heeft het slachtoffer pardoes en zonder enige aarzeling doodgeschoten, terwijl er meerdere personen in deze woning aanwezig waren.’ Het Openbaar Ministerie eiste vandaag 18 jaar gevangenisstraf tegen een man uit Nijmegen voor de moord op een 37-jarige man in een flat in het Nijmeegse Lankforst.
De politie krijgt op 5 januari 2021 iets na half vier in de middag een melding binnen van een schietpartij in een flat in het Nijmeegse Lankforst. Er blijkt een man te zijn neergeschoten; hij is tweemaal van dichtbij geraakt, onder meer in de borststreek. De man overlijdt ter plekke aan zijn verwondingen. Hij laat 3 minderjarige kinderen en een vrouw achter.
Drie dagen later wordt de nu 50-jarige verdachte, die op de vlucht sloeg na de schietpartij, in het noorden van Nederland aangehouden in zijn auto. Het vuurwapen waarmee het slachtoffer is neergeschoten ligt in het voertuig. De verdachte en het slachtoffer zijn bekenden van elkaar, uit een kring waarin drugs wordt verhandeld en gebruikt.
Dat ze elkaar kennen blijkt onder meer uit telefoonverkeer: een dag voor de moord hebben slachtoffer en verdachte 31 keer contact met elkaar. De twee zouden al langere tijd een conflict hebben over een openstaande schuld. “De strekking van het contact is zonneklaar. Verdachte voelde zich te pakken genomen, stelde een ultimatum en voor hem was de maat vol’, aldus de officier van justitie in zijn requisitoir.
'Geen sprake van gemoedsopwelling'
Het slachtoffer is op 5 januari op huisbezoek in de flat in Lankforst. De verdachte ziet de auto van het slachtoffer staan, parkeert zijn eigen auto en gaat het gebouw binnen. De getuige bij wie het slachtoffer op bezoek is, verklaart wat daarop binnen gebeurt: ‘Ik zag in de hand van verdachte een grijs chroomachtig pistool. Ik dacht eerst dat het een grap was, dat er met een balletjes pistool werd geschoten. Toen werd er geknald. Ik had nog nooit een knal van een pistool gehoord, maar heb twee harde knallen gehoord.’
Naast deze getuige zijn er nog een aantal verklaringen van onder meer omwonenden. Een buurman op dezelfde galerij, die de verdachte even eerder de woning aanwijst waar het slachtoffer op bezoek is, hoort even later consternatie, opent zijn deur en hoort de verdachte zeggen: ‘Zo, die is alvast dood’.
De officier van justitie legt uit waarom geen sprake is van doodslag, maar van moord: ‘Verdachte heeft zijn voornemen gedecideerd tot uitvoering gebracht. Er is dan ook geen sprake geweest van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Hij heeft voldoende tijd gehad om zich te beraden. De voorbedachte rade kan wettig en overtuigend worden bewezenverklaard.’