Op 25 mei 2020 brak de man samen met anderen in bij een woning in Apeldoorn. Uit deze woning maakten ze kostbare en onvervangbare kunstwerken - van onder andere Rembrandt van Rijn - buit. De man tikte een ruitje van een raam in en hield de kunstwerken enkele dagen in bezit. Tijdens de zitting verklaarde hij wat zijn aandeel in dit plan is geweest. De rechtbank oordeelt dat dit voldoende is om tot het samen plegen van de woninginbraak te komen. De man stond begin december 2020 de kunstwerken af aan de politie.
Mishandeling
De man mishandelde daarnaast de moeder van zijn kind door haar meerdere keren met een houten tafelpoot op haar hoofd en lichaam te slaan. De man verklaarde dat hij handelde uit noodweer en dat hij zich moest verdedigen tegen een aanval met een mes door de vrouw. De rechtbank gaat hier niet in mee en vindt wettig en overtuigend bewezen dat de man de vrouw heeft mishandeld. De man wordt wel vrijgesproken van de diefstal van de auto van de vrouw. Volgens de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de man de auto zich onrechtmatig wilde toe-eigenen.
Strafbepaling
De rechtbank houdt bij de strafbepaling rekening met de professionele wijze waarop de woninginbraak heeft plaatsgevonden. Daarbij is waardevolle kunst buitgemaakt. De rechtbank houdt er in het voordeel van de man rekening mee dat de kunstwerken uiteindelijk teruggegeven zijn. De man is niet eerder voor een vermogensdelict veroordeeld. Maar hij was op het moment van de woninginbraak voorwaardelijk vrij vanwege een schorsing van voorlopige hechtenis in een andere zaak. De rechtbank legt de man daarom een gevangenisstraf op, waarvan de tijd die hij al in voorlopige hechtenis doorgebracht wordt afgetrokken.
Schadevergoeding
Tot slot moet de man een schadevergoeding betalen aan de moeder van zijn kind van ruim 800 euro.