Tijdens de Vierdaagsefeesten in Nijmegen in juli 2022 stak de – toen 17-jarige - man het slachtoffer met een mes in zijn oog. Het slachtoffer hield aan de aanval een verminderd zicht in zijn linkeroog over en een litteken op zijn hoofd. Dit litteken is blijvend en ontsierend. Het slachtoffer zal hierdoor altijd op een nare manier worden herinnerd aan de steekpartij en zal dagelijks geconfronteerd worden met de gevolgen.
Op 17 september 2022 stak de minderjarige man een ander slachtoffer - op klaarlichte dag midden in het centrum van Nijmegen - met meerdere messteken neer. Het slachtoffer overleed die dag aan zijn verwondingen. Het tragische overlijden van het slachtoffer had en heeft een grote en blijvende impact op zijn nabestaanden en vrienden. Het zorgde voor een groot verdriet en veel leed. Zij zullen allemaal de rest van hun leven geconfronteerd blijven met het gemis van hun geliefde en de wijze waarop hij hen is ontnomen.
Poging doodslag, geen noodweer
Over het incident tijdens de Vierdaagsefeesten verklaarde de man dat hij en zijn vrienden werden aangevallen. Hij gaf aan dat hij zich moest verdedigen en het slachtoffer uit noodweer stak. De rechtbank gaat hier niet in mee, omdat niet aannemelijk is geworden dat er sprake was van noodweersituatie. Volgens de rechtbank is de man schuldig aan poging tot doodslag, omdat de man door het steken met een mes in iemands oog bewust het risico nam dat het slachtoffer hierdoor kon overlijden.
Doodslag, geen noodweer
Volgens de rechtbank is geen sprake van moord, omdat niet blijkt dat de man een vooropgezet plan had om het slachtoffer te doden. Daarom is de man schuldig aan doodslag. Over de fatale steekpartij heeft de man heeft verklaard dat hij werd geslagen door het slachtoffer en toen een mes heeft gepakt om het slachtoffer van zich af te houden. Volgens de rechtbank was tijdens deze steekpartij ook geen sprake van noodweer. De man zocht juist zelf de confrontatie op en bleef het slachtoffer aanvallen, zodat er geen noodzaak was voor de man om zich te verdedigen.
Verminderd toerekeningsvatbaar
Uit de conclusies van de psychiater en psycholoog blijkt dat bij de man sprake is van een licht verstandelijke beperking en een gedragsstoornis. De beperking en stoornis hadden invloed op de gepleegde delicten. De rechtbank neemt de conclusies over en verklaart de man verminderd toerekeningsvatbaar.
Toepassen jeugdstrafrecht
De officier eiste dat het volwassenenstrafrecht zou worden toegepast en vorderde een jarenlange celstraf en tbs met dwangverpleging. De rechtbank past echter het jeugdstrafrecht toe. De deskundigen adviseren in deze zaak het jeugdstrafrecht toe te passen. De persoonlijkheidsontwikkeling van de man is nog niet voltooid en er zijn nog pedagogische beïnvloedingsmogelijkheden waar aan gewerkt kan worden. De rechtbank neemt het deskundigenadvies over.
Voor de rechtbank is nog iets anders van belang. De man is nu 18 jaar oud. Bij toepassing van het volwassenenstrafrecht zou een jarenlange celstraf aangewezen zijn. Deze straf zou de man dan eerst voor een zeer groot deel moeten uitzitten, voordat hij aan zijn behandeling kan beginnen. Dat is ongewenst omdat nu de man nog jong is, er meer mogelijkheden zijn om hem te behandelen. Dat het noodzakelijk is dat de man op korte termijn behandeld wordt is voor de rechtbank zonneklaar, alleen al om te voorkomen dat de man later opnieuw in de fout gaat. Deze behandeling kan binnen het kader van het jeugdstrafrecht direct starten. Ook om die reden past de rechtbank het jeugdstrafrecht toe op de man.
Jeugddetentie en onvoorwaardelijke PIJ-maatregel
De rechtbank legt jeugddetentie en een PIJ-maatregel op aan de man. Uit het strafblad van de man blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor geweldsdelicten. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de aard en ernst van het misdrijf. Om de kans op herhaling te verlagen is er een langdurige behandeling nodig. De PIJ-maatregel stelt de man in de gelegenheid om te werken aan zijn ontwikkeling en biedt de maatschappij bescherming en veiligheid.
Vordering slachtoffer Vierdaagsefeesten
De man moet ruim 460 euro aan materiële kosten aan het slachtoffer betalen en 10 duizend euro aan smartengeld.
Vordering nabestaanden
Tot slot moet de man 17,5 duizend euro smartengeld betalen aan zowel de vader als aan de moeder van het slachtoffer. Ook moet de man materiële schade betalen aan de vader van het slachtoffer van 7.300 euro. De vordering tot schadevergoeding van de broers en zus wijst de rechtbank af.