De man en vrouw gingen in de ochtend van 26 mei 2021 naar de woning van het slachtoffer in Nijmegen. Eenmaal binnen sloeg de man het slachtoffer meerdere keren hard met een vaas op zijn hoofd. Ook werd het slachtoffer in zijn hals gestoken. De man en vrouw verlieten daarna de woning en namen de autosleutel en de portemonnee van het slachtoffer mee. Het slachtoffer bleef zwaargewond en alleen achter. Zij vertrokken vervolgens met de auto van het slachtoffer en betaalden boodschappen, benzine en drugs met zijn pinpas. Toen de politie na een melding van derden de volgende ochtend bij de woning van het slachtoffer kwam, was hij overleden. De man en vrouw meldden zich diezelfde ochtend bij de politie.
Doodslag
De man bekende bij de politie dat hij het slachtoffer met een vaas op het hoofd had geslagen. Dit volgde ook uit DNA-onderzoek aan sporen op de vaas. Op basis van deze verklaring, het DNA-onderzoek en het sectieverslag door de schouwarts concludeert de rechtbank dat de man het slachtoffer heeft gedood door hem met de vaas op het hoofd te slaan. Ze veroordeelt de man voor doodslag. De messteek had volgens het sectieverslag geen noemenswaardige bijdrage geleverd aan de dood van het slachtoffer. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het steken met het mes.
Diefstallen
Uit de bankgegevens van het slachtoffer bleek dat er verschillende bedragen van zijn rekeningen waren gepind nadat de man en vrouw de woning hadden verlaten. De man en vrouw verklaarden dat hij de autosleutel uit de woning meenam en zij de portemonnee. Ook verklaarden zij telkens samen in de auto te hebben gezeten en verschillende uitgaven te hebben gedaan met de pinpas van het slachtoffer. De rechtbank veroordeelt hen daarom allebei voor het medeplegen van de diefstallen van de portemonnee, de autosleutel, de auto en de geldbedragen.
Hulpeloze toestand
Uit onderzoek bleek dat het slachtoffer al bloedde nadat de man hem de eerste keer met de vaas sloeg. Desondanks bleef de man doorslaan. Uit onderzoek volgde ook dat het slachtoffer op dat moment op de bank zat, met 1 been onder zich gevouwen. Het is dus alleszins denkbaar dat het slachtoffer zich niet tegen de klappen kon verweren. Verder bleek dat het slachtoffer nog ademde nadat de man en vrouw uit de woning waren vertrokken. Zij lieten het slachtoffer hevig gewond achter in zijn woning en schakelden geen hulpdiensten in. Uiteindelijk stierf het slachtoffer uren later, alleen in zijn eigen woning. Terwijl het slachtoffer zich in deze hulpeloze toestand bevond, reden de man en vrouw rond in zijn auto en gaven zij zijn geld uit. Dat maakte hun handelen volgens de rechtbank bijzonder ernstig en kwalijk.
De man en vrouw zijn beiden niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten. Wel is bij hen allebei sprake van een licht verstandelijke beperking en verschillende psychische stoornissen, zo blijkt uit verschillende rapportages met betrekking tot hun persoonlijkheid.
Tbs met voorwaarden
De man is meerdere weken geobserveerd in een forensisch centrum. Uit de rapportage volgt dat de man verminderd toerekeningsvatbaar was tijdens de gepleegde feiten. De rapporteurs adviseren om aan de man een tbs-maatregel met voorwaarden op te leggen. De rechtbank neemt dit advies over.
Jeugdstrafrecht
Ook de vrouw is psychisch onderzocht. De deskundigen adviseren om de feiten in verminderde mate aan de vrouw toe te rekenen, vanwege de bij haar geconstateerde stoornissen en licht verstandelijke beperking. Daarnaast adviseren zij de toepassing van het jeugdstrafrecht. De rechtbank neemt ook deze adviezen over. De verminderde toerekeningsvatbaarheid en de toepassing van het jeugdstrafrecht leiden ertoe dat de vrouw volgens de rechtbank niet terug hoeft naar de gevangenis. Wel zijn de omstandigheden waaronder de diefstallen zijn gepleegd dusdanig ernstig, dat een hogere straf wordt opgelegd dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank legt aan de vrouw een jeugddetentie op van 203 dagen. Die straf is gelijk aan de tijd die de vrouw al in voorarrest heeft doorgebracht.
Schadevergoeding
Tot slot moet de man een schadevergoeding aan de nabestaanden betalen van bijna 2.900 euro aan kosten die zij hebben gemaakt voor het opruimen van de woning van het slachtoffer, reiskosten en ter vergoeding van de gestolen geldbedragen. De vrouw moet een schadevergoeding aan de nabestaanden betalen van 438,72 euro.