De verdachte was op 22 maart 2018 lange tijd op zoek naar de autohandelaar uit Nistelrode. Hij zocht eerst op het woonwagenkamp waar de man woonde en vond hem later die dag bij zijn bedrijf. Toen de man in zijn auto stapte en wegreed, achtervolgde de verdachte hem tot een ecoduct in Schaijk. Daar heeft hij de autohandelaar meerdere keren in zijn hoofd en hals geschoten. Het slachtoffer overleed ter plekke. Vervolgens ging de verdachte er vandoor en probeerde de gestolen auto waarin hij reed te dumpen en in brand te steken.
Volgens de rechtbank was er sprake van een vooropgezet plan en dus van moord.
Naast de moord is de verdachte verantwoordelijk voor een reeks aanslagen. Hij stichtte in februari 2018 meerdere keren brand: twee keer in korte tijd bij dezelfde woning in Oss en een keer bij een woning op een woonwagenkamp in Haarlem. Ook stak hij die maand in Oss verschillende auto's in brand. In augustus gooide hij een handgranaat naar een woning in Oss en stichtte hij brand bij een woning in Leende. In september stichtte hij brand in een woning in Nijmegen en sloeg hij in korte tijd twee keer toe bij een andere woning in Oss die uiteindelijk volledig afbrandde. De bewoner wist zich net op tijd in veiligheid te brengen, twee van zijn honden kwamen om het leven. Later in september gooide de verdachte een handgranaat in de hal van een woning in Eindhoven. Bij een deel van deze aanslagen waren twee andere verdachten betrokken. Deze mannen zijn vorige week door de rechtbank veroordeeld tot celstraffen van 15 en 8 jaar.
Gewetenloos en koelbloedig
De verdachte maakte in geen enkel geval duidelijk wat zijn motief was. Dit maakt het voor de nabestaanden en benadeelden extra wrang, want zij kregen geen antwoord op hun vragen. Volgens de rechtbank heeft de moord alle schijn van een koelbloedige liquidatie. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de verdachte het slachtoffer niet kende. Hij handelde volgens de rechtbank in opdracht, in ruil voor geld. Het gemak waarmee de verdachte bereid was over andermans leven te beschikken, getuigt van gewetenloosheid. Dit alles rekent de rechtbank hem zwaar aan.
Bij de aanslagen lijkt het erop dat de verdachte zich niet liet betalen. Hij zou zich in die gevallen hebben laten leiden door de rekening die hij of zijn opdrachtgever(s) in hun ogen met de slachtoffers te vereffenen hadden. De verdachte intimideerde en terroriseerde hen op ernstige wijze. Op geen enkel moment trok hij zich ook maar iets aan van de mogelijke gevolgen van zijn handelen. Dit toont een totaal gebrek aan respect voor andermans leven en eigendommen. Ook lijkt het erop dat de verdachte nooit enige wroeging heeft gehad.
Gelet op de ernst van de misdaden vindt de rechtbank het noodzakelijk de verdachte een lange celstraf op te leggen. Hij moet voor de liquidatie 20 jaar de cel in. Voor de aanslagen vindt de rechtbank een straf van 15 jaar passend. Omdat de wet een totale strafduur van meer dan 30 jaar niet toelaat, moet de rechtbank zich echter beperken tot een celstraf van 10 jaar. De rechtbank legt verdachte dus voor alle gepleegde misdrijven samen de maximale tijdelijke gevangenisstraf van 30 jaar op.