NIJMEGEN - Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeelt een 62-jarige man tot een gevangenisstraf van vijf jaar en tbs met voorwaarden voor een poging tot doodslag, vijf bedreigingen met gebruikmaking van wapens en het bezit van twee vuurwapens en een pijpbom.
Vrijspraken
Op 8 augustus 2022 is de verdachte naar een locatie van IrisZorg in Nijmegen gegaan waar hij werd behandeld voor psychische problemen. In een behandelkamer heeft de verdachte in het bijzijn van zijn behandelaars een schot gelost met een door hem meegebracht vuurwapen. Het hof spreekt, anders dan de rechtbank, de verdachte vrij van poging tot doodslag op zijn behandelaars omdat het hof niet de overtuiging heeft dat de verdachte het opzet heeft gehad om hen daadwerkelijk te doden. Verder is er wel bewijs dat de verdachte het vuurwapen op politiemensen heeft gericht, maar andere aanwijzingen dat hij daadwerkelijk op hen heeft geschoten, ontbreken. De verdachte wordt daarom vrijgesproken van poging tot doodslag op de politieagenten.
Bewezenverklaarde feiten
De verdachte wordt veroordeeld voor de overig tenlastegelegde feiten.
Het schieten met het vuurwapen in de behandelkamer levert een bedreiging ten opzichte van zijn behandelaars op. De verdachte heeft daarna zijn vuurwapen op de baliemedewerkster van IrisZorg gericht en de trekker overgehaald. Het wapen weigerde echter. Dit levert naar het oordeel van het hof een poging tot doodslag ten opzichte van de baliemedewerkster op. Verder heeft de verdachte politiemensen bedreigd door een vuurwapen op hen te richten en een pijpbom naar hen te gooien. Tenslotte is het voorhanden hebben van deze wapens bewezenverklaard.
De opgelegde straf en maatregelen
Verdachte heeft zich met het bewezenverklaarde geweld gekeerd tegen hulpverleners. Dat wordt hem zwaar aangerekend. Een forse gevangenisstraf is daarom passend en geboden. Het hof zal de feiten echter in verminderde mate aan de verdachte toerekenen. Tot die conclusie kwamen de psychiater en de psycholoog ook, vanwege de aanwezige stoornissen ten tijde van het schietincident. Die conclusie neemt het hof over.
Alles afwegende legt het hof een gevangenisstraf van vijf jaar op.
Bij de rechtbank heeft de verdachte verklaard niet te willen meewerken aan voorwaarden, waardoor het opleggen van tbs met voorwaarden niet mogelijk was. In de loop van het hoger beroep heeft de verdachte zijn standpunt herzien. Hij heeft bij de reclassering gezegd nog wat van zijn leven te willen maken. Dit heeft er uiteindelijk in geresulteerd dat de psychiater, de psycholoog en de reclassering hebben geadviseerd tot oplegging van tbs met voorwaarden. In lijn met de adviezen van de deskundigen legt het hof aan de verdachte een maatregel van tbs met voorwaarden op.
De tbs met voorwaarden wordt dadelijk uitvoerbaar verklaard, wat betekent dat aansluitend aan de gevangenisstraf kan worden begonnen met de door de deskundigen noodzakelijk geachte klinische behandeling. Tot slot legt het hof verdachte een zogeheten gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op. Hiermee kan de verdachte na afloop van de tbs-maatregel onder toezicht worden gesteld als er op dat moment nog risico’s bestaan.